in de media
18 april 2024: artikel op website Samen voor Biodiversiteit: Excursie in Aldeboarn-De Deelen
Op vrijdag 5 april stroomde het Provinciehuis Fryslân vol met experts en belanghebbende voor het evenement ‘Gebiedsgericht Samenwerken’, georganiseerd door LifeIP All4Biodiversity en Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Na een plenair ochtendprogramma, konden de deelnemers ervoor kiezen ‘s middags verschillende workshops te volgen of op excursie te gaan. Zo reisde een groepje per bus af naar het gebied Aldeboarn-De Deelen.
De excursie vond plaats in het gebied Aldeboarn-De Deelen, waar de groep zich verzamelde in een oeroude boerderij: ‘t Kathûs. Het hoge dak bestond uit dikke balken waar de resten hooi nog in de kieren zaten en een zwarte waas aan spinnenwebben een beetje een verlaten beeld schiep. Buiten raasde de wind en kletterde de regen, maar op enkele momenten vielen ook zonnestralen door de kleine ramen op het rond dwarrelende stof en de kleine stenen stallen langs de wanden.
De boerderij is in 2022 gekocht door It Fryske Gea (Provinciaal landschap in Friesland) met als doel deze in ere te herstellen. De 40 hectare aangrenzende landbouwgrond is inmiddels verpacht aan drie veehouders in de buurt, zodat zij extensief en natuurinclusief kunnen boeren. Het effect daarvan was al merkbaar: buiten kon je de grutto’s en veldleeuweriken horen.
Aldeboarn-De Deelen is één van de ontwikkelgebieden uit het Friese Veenweideprogramma 2021-2030. Het landbouwgebied heeft dik veen en is belangrijk voor weidevogels. In dit gebied ligt het Natura 2000-gebied De Deelen, en in het centrum het middeleeuwse dorp Aldeboarn. Het gebiedsproces Aldeboarn-De Deelen wordt als voorloper gezien van een integrale gebiedsgerichte aanpak “van onderop”. Dit zogenaamde “Kansrijke Gebied” heeft als opgave bodemdaling tegen te gaan door het slootwaterpeil te verhogen, met behoud van een vitale landbouw. Het Rijk heeft daar later nog een CO2-reductieopgave aan toegevoegd. Daarnaast is er een gebiedsofferte voor het Aanvalsplan Grutto opgesteld.
Stichting Beekdallandschap Koningsdiep | de Nije Boarn en Gebiedscoöperatie It Lege Midden werken samen met de provincie, Wetterskip Fryslân, gemeenten en belanghebbenden aan het versterken van de kwaliteit, vitaliteit en identiteit van Aldeboarn-De Deelen. In 2021 is een gebiedscommissie opgezet voor de ontwikkeling van een integraal gebiedsplan voor Aldeboarn-De Deelen. De gebiedsofferte is opgenomen in het FPLG, maar het is nog spannend hoeveel hiervan zal worden gefinancierd.
De excursie werd afgesloten met een toeristische route door het landschap, waar de liefde voor weidevogels zichtbaar was door plekken met oud greppelland en plas dras.
3 november 2023: artikel in De Veldpost: Aldeboarn en De Deelen zetten volgende stap Aanvalsplan Grutto
Aanbieding Aanvalsplan Grutto
De boeren uit het gebied Aldeboarn en De Deelen hebben afgelopen week aan overheden hun ideeën voor Aanvalsplan Grutto gepresenteerd door middel van een gebiedsofferte. Perspectief voor de boeren vormt binnen het proces een cruciaal element.
Het gebied Aldeboarn/ De Deelen (ADD) ligt tussen het Friese Drachten, Grou en Akkrum en wordt aangemerkt als kansrijk Aanvalsplan Grutto-gebied. De totale oppervlakte is ongeveer 2.800 hectare, waarvan ruim 1.000 hectare in belangrijke mate op weidevogels kan worden afgestemd. Een kleine 30 boeren uit het gebied hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de gebiedsofferte. De ambities voor Aanvalsplan Grutto worden binnen het gebiedsproces in ADD gezamenlijk opgepakt met uitdagingen voor het Veenweideprogramma 2021-2030 en het NPLG.
Doelen
De doelen van de boeren in het gebied zijn een vitaal en robuust weidevogelgebied, voldoende financiële ondersteuning zodat boeren een goede boterham kunnen blijven verdienen, ook met aangepaste bedrijfsvoering en invulling geven andere gebiedsdoelen uit het Veenweideprogramma en NPLG. Om die doelen te bereiken stellen de boeren maatregelen voor die zijn opgesplitst in directe ondesteuning voor beheer op boerenbedrijven en gebiedsondersteuning. Denk daarbij aan langjarige beheercontracten en flexibilliteit qua type mest boor beheer op boerenbedrijven en predatie-, sloot-, en kantenbeheer voor het gebied.
Voorjaar 2024
De provincie heeft Fryslân heeft de kosten die zijn verbonden aan de gebiedsofferte integraal opgenomen in het zogenoemde Maatregelpakket binnen het Fries Programma Landelijk Gebied. Het maatregelpakket is een concreet voorstel (incl. begroting) van de provincie aan het Rijk voor de realisatie van gestelde doelen. Het ministerie van LNV liet tijdens de presentatie van de gebiedsofferte weten te waarderen hoe men de uitdaging oppakt doormiddel van de gebiedsofferte. Maar het ministerie kan op dit moment, met een demissionair kabinet, geen zekerheden bieden. Voorjaar 2024, zo is het streven, wordt hierover meer bekend.
Trekker Aanvalsplan
De initiatiefgroep van het Aanvalsplan Grutto volgt de ontwikkelingen in ADD nauwlettend. Oud-minister Pieter Winsemius, trekker van het Aanvalsplan, werd tijdens de bijeenkomst door zijn mede-initiatiefnemers verrast met een bronzen grutto voor zijn onvolprezen enthousiasme en energie. In zijn dankwoord benadrukte hij het belang van ‘voorlopersgebied’ ADD en de gebiedsofferte voor andere weidevogelgebieden, om in mee te kijken en van te leren.
september 2023: Magazine Food & Agri Rabobank Friesland: 'Gebiedsprocessen: zoek je eigen kansen!'
10 maart 2023: artikel in de Leeuwarder Courant: Trap niet op rem bij transformatie platteland
Januari 2023: artikel in het blad Veeteelt: gebiedsproces Aldeboarn-De Deelen is pionieren
Voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied verwacht de Nederlandse overheid veel van lokale gebiedsprocessen. In Aldeboarn-De Deelen loopt al zes jaar zo’n proces. Langzaam maar zeker wordt de invulling concreter. ‘Wij zijn bezig het wiel uit te vinden. Andere gebieden kunnen daarvan profiteren’, stelt projectleider Lenneke Büller.
De Veenweidevisie van de provincie Friesland. Dat is waarmee eind 2016 het gebiedsproces startte in Aldeboarn-De Deelen, een veenweidegebied van 5300 hectare, waarvan ongeveer 4000 hectare landbouw en 1000 hectare natuur in het midden van Friesland. In het gebied zijn nu 68 agrarische ondernemers actief, met name melkveehouders en enkele paardenhouders en vleesveehouders.
‘De Veenweidevisie was nog enkel gericht op het beperken van bodemdaling door het waterpeil te verhogen. Aldeboarn-De Deelen werd daarbij aangewezen als “kansrijk gebied”. Dat wil zeggen dat bestuurders hier mogelijkheden zagen om peilverhoging te combineren met het versterken van de natuur en de bescherming van weidevogels’, vertelt Lenneke Büller. Toen de visie uitkwam, was ze als projectcoördinator werkzaam voor burgerorganisatie Stichting Beekdallandschap Koningsdiep |de Nije Boarn. Het Koningsdiep, ofwel Boarn, is het riviertje dat het gebied Aldeboarn-De Deelen doorkruist.
burgerstichting en boerencoöperatie
‘Dat de provincie dit gebied als kansrijk had aangewezen, zag onze stichting als een kans om onze ambitie – het economisch, ecologisch en sociaal versterken van het stroomdal van het Koningsdiep – te verwezenlijken’, legt Büller uit. ‘Maar als we echt iets willen bereiken, kan dat alleen samen met boeren, beseften we direct. Daarom hebben we contact gezocht met Gebiedscoöperatie It Lege Midden, een collectief van zeven agrarische natuurverenigingen’, vertelt ze.
Het feit dat de stichting voor samenwerking aanklopte bij It Lege Midden zorgde in eerste instantie voor best wat opgetrokken wenkbrauwen. ‘We hebben even aan elkaar moeten wennen’, herinnert Büller zich. ‘Maar in ons stichtingsbestuur zitten mensen met verstand van zaken en een goed netwerk en dat wekte vertrouwen. Daarbij, de gebiedscoöperatie wilde ook actief aan de slag met deze ingrijpende opgave voor boeren. We konden elkaar versterken door samen te werken.’ De samenwerking tussen stichting en coöperatie markeerde de start van het gebiedsproces in Aldeboarn-De Deelen. Büller werd aangewezen als organisator.
niet de kop in het zand
Bodemdaling beperken is inmiddels al lang niet meer de enige opgave in het veenweidegebied. In het Friese Veenweideprogramma, dat in 2021 werd vastgesteld, kwamen er drie opgaven bij: de CO2-uitstoot beperken, een klimaatbestendig watersysteem inrichten en perspectief realiseren voor de landbouw. Vorig jaar heeft het Rijk deze opgaven verder aangescherpt. En ook in Aldeboarn-De Deelen speelt natuurlijk de stikstofproblematiek. ‘Je kunt al deze opgaven zien als bedreigingen en je kop ervoor in het zand steken, maar daarmee gaan ze niet van tafel’, stelt Büller met overtuiging. ‘Dan kun je maar beter zelf initiatief nemen en de kans pakken om invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van je eigen woon- en werkgebied’, verwoordt ze de drijfveren van de betrokkenen bij het gebiedsproces.
‘Nee, niet alle boeren zijn enthousiast over waar we mee bezig zijn. Sommigen vinden het een gruwel’, erkent Büller. ‘Het realiseren van alle opgaven zal niet lukken zonder pijnlijke keuzes te maken’, weet de projectleider. ‘Maar wij proberen vooral te denken vanuit kansen. Ons doel is om de vitaliteit van het gebied te versterken, economisch, ecologisch en sociaal. Daarbij is langetermijnperspectief voor boerenbedrijven cruciaal.’
Het zou volgens Büller dom zijn om alles op alles te zetten om de CO2-uitstoot te reduceren als zich daarna weer andere knelpunten aandienen. ‘Vandaar dat we vanaf het begin inzetten op een integrale aanpak: biodiversiteit, landschap, natuur, energietransitie, recreatie, toerisme, bebouwing, we nemen het allemaal mee’, vertelt ze.
boeren in iedere werkgroep
In 2021 hebben Gedeputeerde Staten van Friesland de Gebiedscommissie Aldeboarn-De Deelen geïnstalleerd met als opdracht: het ontwikkelen van een ontwerp integraal gebiedsplan. De boeren in het gebied, Plaatselijk Belang Aldeboarn, de recreatieondernemers, de vogelwachters, de terreinbeherende organisaties, gemeentes, waterschap, provincie, ze zijn allemaal vertegenwoordigd in de commissie. Ook het ministerie van LNV is aangesloten, omdat Aldeboarn-De Deelen landelijk gezien wordt als voorloper.
‘Lokale boeren zitten niet alleen in de gebiedscommissie, ze zitten in alle werkgroepen. Dat is superbelangrijk, want zij kennen als geen ander het gebied en leggen vaak de vinger op de zere plek’, ervaart Büller. ‘We hebben bijvoorbeeld laten berekenen dat peilverhoging een bedrijf 30.000 tot 70.000 euro aan inkomen kan kosten. En daar komt de waardedaling van de grond nog bij. Deze berekening heeft de provincie duidelijk gemaakt dat een flink budget nodig is voor flankerend beleid en aankoop van ruil- en compensatiegrond.’
ambitie overwint frustratie
Meerdere keren werd het gebiedsproces verstoord door invloeden van buitenaf. Zo zorgde de onrust over het nationale stikstofbeleid en de stikstofkaart van minister Van der Wal voor de nodige frustratie en emotionele vergaderingen. En door het verlies van de derogatie heeft grond om te extensiveren voor melkveehouders meer waarde gekregen. ‘Ook ik heb echt wel eens momenten dat de moed me in de schoenen zinkt’, bekent Büller. ‘Maar we hebben hier met elkaar een ambitie. We willen dit gebied klaar maken voor de toekomst. Door dat naar elkaar uit te blijven spreken hebben we toch steeds de draad weer op kunnen pakken.’
In de loop van het gebiedsproces zijn keukentafelgesprekken gevoerd met alle individuele agrarische ondernemers in het gebied. ‘Wij hebben daardoor precies in beeld wie wil stoppen, verplaatsen, groeien, extensiveren of het bedrijf op een andere manier wil ontwikkelen. Deze kennis is de basis om concrete stappen te kunnen zetten’, vertelt de projectleider. ‘Maar om snel in te kunnen spelen op ontwikkelingen – een boer die stopt bijvoorbeeld – zijn ook geld en bevoegdheden nodig om grond aan te kunnen kopen. Ook dit probleem hebben we geagendeerd. Samen met de provincie hebben we bij het Rijk inmiddels 38,5 miljoen binnengehaald.’
gereedschapskist nog niet gevuld
Naast hulp van de provinciale overheid is ook hulp van de landelijke overheid nodig om gebiedsprocessen in het Friese veenweidegebied concreet op gang te krijgen. ‘Onze gereedschapskist is nog onvoldoende gevuld’, stelt Büller. ‘Een goede stoppersregeling is essentieel, maar er zal ook een oplossing moeten komen voor boeren die willen verplaatsen naar een ander gebied. Grond is bijna overal duurder dan hier.’
Door vernatting zal een deel van het gebied enkel nog geschikt zijn voor een combinatie van extensieve vleesveehouderij en natuurbeheer’, noemt ze als ander knelpunt. De projectleider van het gebiedsproces heeft de nationale overheid ook gevraagd om na te denken over een voorkeursregeling voor de aankoop van grond. ‘Met het verlies van de derogatie wordt relatief goedkope veenweidegrond aantrekkelijker als mestplaatsingsruimte voor boeren van buiten het gebied’, verklaart ze. ‘Voor het gebiedsproces is dat natuurlijk minder gewenst. Wij willen vrijkomende grond kunnen inzetten om bedrijven in dit gebied te compenseren.’
leren en agenderen
In de ruim zes jaar dat het gebiedsproces in Aldeboarn-De Deelen nu loopt, zijn belangrijke stappen gezet. Er is zestig hectare grond aangekocht, met meerdere bedrijven loopt een gesprek en het eerste bedrijf wordt binnenkort verplaatst. ‘Je hebt tijd nodig om vertrouwen te winnen van alle betrokken partijen’, stelt Büller vast. ‘Maar dat wil niet zeggen dat processen in andere gebieden net zo veel tijd zullen vragen als hier’, benadrukt ze. ‘Wij leren hier lessen en agenderen en ontwikkelen dingen waar processen in andere gebieden op voort kunnen bouwen.’
september 2022: artikel in het Friesch Dagblad: al tien jaar werken aan 'de verborgen parel van Fryslân'
september 2021: artikel in de Leeuwarder Courant: sporen van een verdwenen rivier
Op 25 september organiseerde de stichting een excursie naar de landerijen van Hilbrand Bouma. Een en ander naar aanleiding van de succesvolle crowdfunding voor het behoud van deze cultuurhistorisch belangrijke gronden.
september 2021: artikel in FARO magazine Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, rubriek schatbewaarders: ‘Bewustwording door Samenwerking’
juli 2021: artikel in Overheid van Nu, rubriek verbinden en verbeteren: “Ze dachten: wat moeten we met zo'n stads vrouwtje"
juni 2021: reactie op "Bouwstenen voor het Deltaplan Noordelijk Nederland"
Op 12 juni 2021 heeft onze stichting een brief gestuurd naar Provinciale Staten van de provincie Friesland. Hieronder de tekst die wij naar de pers gestuurd hebben.
Stroomdal Koningsdiep / de Boarn te kwetsbaar voor een pennenstreek.
Ambitieus. Wie de publicatie Bouwstenen voor het Noorden op zich laat inwerken komt tot de slotsom dat de provincies Friesland, Flevoland, Groningen en Drenthe en de provinciale hoofdplaatsen grootse plannen koesteren voor de nabije toekomst. Snelle spoorverbindingen, 220.000 huizen erbij en versterking en uitbouw van de economie. De lagere overheden presenteren hun voornemen als een open invitatie aan de rijksoverheid. Noordelijk Nederland kiest voor de vlucht naar voren, maar verliest daarbij de eigen kernkwaliteiten uit het oog.
Woensdag 16 juni vergaderen de Friese Provinciale Staten over wat kortweg het ‘Deltaplan Noordelijk Nederland’ is gaan heten. Het document stelt dat ‘de druk op de fysieke leefomgeving dwingt het ontwikkelpotentieel van heel Nederland te benutten’. Het noopt de bestuurders ruimhartig grond aan te bieden voor huizenbouw, infrastructuur en bedrijfsleven. Alsof die ruimte ook in het noorden niet veelvuldig een schaars goed blijkt te zijn. Wat steekt is dat de aspiraties kennelijk vooral de sociaaleconomische thema’s betreffen, terwijl de kwetsbaarheid van de landelijke omgeving, het landschap dat wij als een groot goed beschouwen, buiten beschouwing blijft. Als stichting die ijvert voor het behoud en waar mogelijk versterken van het prachtige stroomdal Koningsdiep / Boarn, zoomen we graag in op een van de gebieden waarvoor de, o.a. door de provincie Fryslân en de gemeente Leeuwarden bejubelde ambities, grote gevolgen heeft. De natuur en het cultuurhistorisch landschap tussen Drachten, Gorredijk en Heerenveen. Brede welvaart is meer dan asfalt, spoorrails en beton.
Het stroomdal van de Boarn en het Koningsdiep/Alddjip is een landschappelijke en natuurlijke parel die veel toeristen trekt. Het verbaast ons dat er met geen woord over wordt gesproken in de plannen. Terwijl de eventueel aan te leggen Lelylijn dit beekdal een stevige slag zal toebrengen. Gesteld dat de Lelylijn er toch komt, wat wij niet hopen, dan gaan wij ervan uit dat er wel doordachte plannen en bijbehorende middelen komen voor een goede inpassing van de Lelylijn waar die tussen Heerenveen en Drachten het beekdal in het hart raakt. De doelstelling zou dan dezelfde moeten zijn als eerder bij de Centrale As, waar de toenmalig verantwoordelijk gedeputeerde zich met succes sterk heeft gemaakt voor een kwalitatief sterk uitvoeringsplan waar de streek er beter uitkwam als het gaat om landbouw, natuur, landschap, regionale verbindingen en sociale stevigheid. Nadrukkelijk in die gelijkwaardige samenhang.
De discussie over de voorgestane koers van grote aantallen woningen, die mede leunen op een snelle verbindingen met de Randstad, wordt al volop gevoerd. De argumenten die wij in zouden willen brengen, zijn al uitstekend verwoord door de samenwerkende organisaties It Fyske Gea, Groninger en Drents Landschap, de drie Noordelijke Natuur en Milieufederaties en Natuurmonumenten. Wij scharen ons achter hun standpunt: een pleidooi voor een eigen visie, een eigen ambitie en een eigen ontwikkeling, en niet ‘slechts’ de ambitie om een overloopgebied te worden van de Randstad. Het noorden dreigt haar tafelzilver te verkopen.
Wat we missen bij de ‘bouwstenen’, zijn de aandachtsgebieden natuur, landschap, landbouw. Belangrijke, beeldbepalende dragers van de noordelijke economie die het speelveld bepalen van de recreatief-toeristische sector van het Noorden, maar ook in belangrijke mate bijdragen aan het geluksgevoel van de inwoners. Het zijn (economische) waarden, die het helaas niet tot een vermelding schoppen in de notitie Bouwstenen. Terwijl de voorgestelde investeringen in infrastructuur en aantallen woningen een grote, negatieve, impact hebben op die kernkwaliteiten. Een keuze vóór of tegen het Deltaplan is ondenkbaar zonder ook deze factoren in beschouwing te nemen en ze mee te wegen naar hun waarde. Het stroomdal van het Koningsdiep / de Boarn is te kwetsbaar om met een pennenstreek te grabbel te gooien.
7 mei 2021: BNN Vara | Vroege Vogels: Beekdal Koningsdiep op TV
januari 2021: pleidooi voor een integrale transitie van het landelijk gebied: een oproep aan de overheid
Samen met boerencollectief It Lege Midden nam onze stichting in 2016 het initiatief tot een gebiedsproces van onderop in ‘Aldeboarn-De Deelen’. De opgave die voorlag in dit gebied van 5000ha rondom Aldeboarn: het terugdringen van de bodemdaling en de CO2-uitstoot. Met behoud van perspectief voor de landbouw.
Zo’n opgave voor elkaar krijgen is complex. Het veronderstelt een nieuwe inrichting van het gebied, een set aan instrumenten die boeren helpt om een nieuw toekomstperspectief voor zichzelf te ontwikkelen en nieuwe manieren van denken en doen … Er is Romsicht nodig, stelde we al in 2017, een ruimere kijk op de opgave. Het is niet verstandig, maar vooral zonde om je alleen tot bodemdaling en CO2-uitstoot te beperken. Er speelt zoveel meer dan dat. Dus neem andere opgaven, thema’s, wensen en kansen mee. Zet in op het versterken van de kwaliteit, identiteit en vitaliteit van Aldeboarn-De Deelen als geheel.
Vanuit deze motivatie zijn we nu een paar jaar bezig. Het gaat goed. We zijn voorloper en ‘ontwikkelgebied’ in Friesland wat betreft Veenweide. Maar vaak genoeg stoten we ook onze neus. Is er sprake van ‘de wet van de remmende voorsprong’. In de praktijk wordt onze wens tot een integrale gebiedsontwikkeling niet ondersteund door, met name de Rijksoverheid. Vandaar onderstaand pleidooi, opgesteld door Titian Oterdoom, Michiel Firet en Piet Dijkstra, voorzitter van de Stichting Beekdallandschap Koningsdiep | de Nije Boarn.
Meer bos, meer natuur, meer recreatiemogelijkheden. Meer zonneweiden, meer windmolens. Duurzame landbouw, klimaatadaptatie. Nieuwe woonwijken. De opgaven voor het landelijk gebied stapelen zich op. We staan voor een ongekend grote transitie naar een nieuw, duurzaam, toekomstbestendig landelijk gebied. Een transitie die zich bovendien in hoog tempo moet voltrekken. Deze immense ‘verbouwing’ van het landelijk gebied heeft alleen kans van slagen als we de opgaven in samenhang bezien, per gebied de beste oplossing zoeken en die samen realiseren. Iedereen ziet dat. Alle overheden willen deze ‘synergie’. Toch lukt het niet. De grote bottleneck: de talloze sectorale subsidieregelingen, met name van het Rijk, met onverenigbare voorwaarden en planningen. Onze oproep: creëer flexibiliteit om budgetten en planningen te combineren. Of nog beter: zorg voor één gebundeld budget per gebied.
een brede beweging
Deze oproep staat niet op zichzelf. Hij past in een reeks van dringende oproepen voor meer regie in de transitie van het landelijk gebied. Zo pleitte Hans Leeflang onlangs voor meer sturing op nationaal niveau om de landschappelijke kwaliteit van Nederland vast te houden. An van Veen voegde daaraan toe dat de draagkracht van Moeder Aarde het uitgangspunt moet zijn: een andere houding kunnen we ons niet veroorloven. Ook pleitte zij ervoor om samen met belanghebbenden inspirerende toekomstbeelden te ontwikkelen. Provincies en gemeenten vragen meer regelruimte voor integrale oplossingen.
Wij voegen hier het pleidooi aan toe om de uitvoering van integrale uitvoeringsagenda’s ook daadwerkelijk mogelijk te maken: stel de bedoeling van de vele subsidieregelingen van het Rijk centraal en niet de voorwaarden. Maak het mogelijk om geldstromen te bundelen, tijdpaden te synchroniseren en oplossingen van gisteren om te buigen naar de oplossingen van morgen.
het móet integraal
Alle opgaven voor het landelijk gebied apart oplossen kán niet: daar is eenvoudigweg geen ruimte voor. Apart oplossen betekent bovendien ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’: waar een zonneweide komt, heeft het waterschap geen ruimte voor verduurzaming van de waterhuishouding. We móeten de samenhang zoeken.
verschillende opgaven, één geldpot
Voor iedere opgave heeft een ministerie sectoraal beleid gemaakt. Bij iedere opgave hoort een geoormerkt geldpotje met eigen (vaak wettelijk verankerde) randvoorwaarden en termijnen. Niet het gewenste toekomstbeeld, maar de regels van de geldpotjes bepalen nu hoe integraal of sectoraal de transitie wordt. Als de subsidieregels voor twee opgaven zich niet laten combineren, houdt de integraliteit op. De oplossing ligt voor de hand: zorg voor één geldpot. Dan levert het budget veel meer op.
één integrale agenda per gebied, één gebundeld budget
Wij pleiten voor een integrale transitie naar een duurzaam en klimaatbestendig landelijk gebied, met een plezierig landschap, waar het goed wonen en werken is. Cruciale instrumenten zijn: één integrale agenda per gebied en één gebundeld budget.
We roepen de betrokkenen in een gebied op om samen zo’n integrale agenda op te stellen. Met eigen oplossingen voor het gebied, passend bij de opgaven waar Nederland voor staat en bij de waarden en wensen van de betrokkenen. In lijn met waar de Omgevingswet voor staat. Gebieden kunnen bij elkaar inspiratie opdoen: wat werkt om tot samenhang te komen, wat maakt ideeën los? Overal zijn partijen met deze zoektocht bezig. In verschillende regio’s hebben partijen elkaar al gevonden en komen integrale oplossingen voor de opgaven in beeld. In het noorden gebeurt dit bijvoorbeeld in de Eemsdelta (klimaatadaptieve inrichting van lage gebieden) en in de Groningse uitwerking van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Als het lukt de budgetten hiervoor te integreren en te synchroniseren, kunnen de partijen echt aan de slag.
We roepen het Rijk op om de integrale transitie van het landelijk gebied te ondersteunen met één flexibele, gecombineerde subsidie per gebied. En in de tussentijd: geef vanaf vandaag de broodnodige flexibiliteit om opgaven en budgetten te verbinden, te versnellen of te vertragen en om te buigen naar de oplossing van morgen.
december 2020: artikel in de Leeuwarder Courant: zelf aan het stuur
12 juni 2018: Omrop Fryslân: reportage De Tocht
januari 2016: artikel Leeuwarder Courant: 'Beekdal moet uit de schaduw treden'